Heden den derden januari achttienhonderd en negentig is voor mij
onderteekende ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Hoorn, ten
raadhuize aldaar, verschenen Gerrit van Harlingen oud achtendertig jaren van
beroep stucadoorsknecht, oom en Willem rustenburg oud zesenveertig jaren, van
beroep schilder, geen verwant van de natenoemen overledene, beiden alhier
woonachtig, welke mij verklaarden, dat op den derden januari dezes jaars, des
voormiddags te halftien uren, in het huis staande in de Peperstraat nommer
vijftien is overleden Dientje van Harlingen, geboren en wonende te Hoorn, oud
tien jaren, dochter van Nicolaas van Harlingen, van beroep koopman, en van
Aaltje Homan zonder beroep, beiden alhier woonachtig.
En is hiervan deze acte door mij opgemaakt, welke, na door mij aan de
aangevers te zijn voorgelezen, door hen en mij is onderteekend.