Heden den achttienden februari achttienhonderd vijf en negentig is voor
mij ondergeteekende Ambtenaar van den burgerlijken stand der gemeente Hoorn ten
raadhuize aldaar, verschenen Nicolaas van Harlingen, oud eenenveertig jaren, van
beroep koopman-, vader- en Pieter van der Zel___________ oud zesenvijftig jaren,
van beroep Groetenverkooper, grootvader van de natenoemen overledene, beiden
alhier woonachtig, welke mij verklaarden, dat op den zestienden februari dezes
jaars, des voormiddags te halfzes uren, in het huis staande in de Peperstraat
nommer vijftien is overleden Klaas van Harlingen, geboren en wonende te Hoorn,
oud negen weken zoon van Nicolaas van Harlingen, voornoemd en van Aaltje Homan
zonder beroep, mede alhier woonachtig.
En is hiervan deze acte door mij opgemaakt, welke, na door mij aan de aangevers
te zijn voorgelezen, door hen en mij is onderteekend.